Tel, voordat aan het spel begonnen wordt, de kaarten (met de beeldzijde naar beneden). Als u geen 13 kaarten heeft, leg dit dan voor aan de wedstrijdleider / arbiter. Die beoordeelt dan wat er moet gebeuren.

Niet 'in het bakje rommelen': Denk na over uw bieding, voordat uw hand naar de biedbox gaat. Pak dan meteen de juiste biedkaart. Pakt u per ongeluk de verkeerde biedkaart en u ziet dat meteen, dan mag deze vervangen worden door de juiste (bijv. u pakt 1♠, maar wilde 1♥ bieden). Pas in plaats van een bod in een kleur is niet toegestaan. De bieding die u niet bedoelde, mag straffeloos vervangen worden totdat uw partner een bieding doet. Daarna niet meer.

Gebruik de 'STOP'-kaart als u een sprongbod doet. Dit is voor zowel uw partner als uw tegenstanders belangrijk.
De linker tegenstander heeft daarna 10 seconden de tijd om na te denken over zijn bod, zonder beschuldigd te worden van 'te lang nadenken'.

Gebruik de 'ALERT'-kaart als uw partner iets biedt dat door uw tegenstanders verkeerd zou kunnen worden begrepen. Doe dit dus als de bieding iets anders kan betekenen dan de kleur die geboden wordt.

Laat na afloop van het spel de kaarten liggen tot u het met de tegenstanders eens bent over het aantal gemaakte slagen. Stop de kaarten daarna in het juiste vakje van het spelbord.